Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Glad parelzaad (Lithospermum%20officinale)
Het leukste aan deze plant zijn natuurlijk de op pareltjes lijkende vruchten, maar in eerste instantie zul je het met de groen- tot geelachtig witte bloempjes moeten doen.
De bloemkroon is 4-6 mm lang en heeft kleine, behaarde keelschubben. Het Ruw parelzaad mist deze keelschubben, de bloemkroon is ook iets langer.
Het blad heeft duidelijke zijnerven.
De plant komt voor op droge, kalkrijke, stikstofrijke grond in struikgewas en op ruige grasgrond in de duinen, op dijk- en kalkhellingen.
De bloemkroon is 4-6 mm lang en heeft kleine, behaarde keelschubben. Het Ruw parelzaad mist deze keelschubben, de bloemkroon is ook iets langer.
Het blad heeft duidelijke zijnerven.
De plant komt voor op droge, kalkrijke, stikstofrijke grond in struikgewas en op ruige grasgrond in de duinen, op dijk- en kalkhellingen.
Kenmerken van het geslacht Parelzaad (Lithospermum) waartoe Glad parelzaad behoort.
De meeldraden steken niet buiten de bloemkroon (bloemblaadjes) uit. De kroonbuis is open, zodat de helmknopjes zichtbaar zijn. De bloemen staan elk in de oksel van een blad dat langer is dan de bloem. De bloemkroon heeft in de buis 5 overlangs lopende rij haren, 5 plooien of 5 kleine lobjes. De 4 dopvruchtjes zijn van onderen vlak. De rijpe vruchtjes doen aan pareltjes denken.
De meeldraden steken niet buiten de bloemkroon (bloemblaadjes) uit. De kroonbuis is open, zodat de helmknopjes zichtbaar zijn. De bloemen staan elk in de oksel van een blad dat langer is dan de bloem. De bloemkroon heeft in de buis 5 overlangs lopende rij haren, 5 plooien of 5 kleine lobjes. De 4 dopvruchtjes zijn van onderen vlak. De rijpe vruchtjes doen aan pareltjes denken.
| familie | Ruwbladigenfamilie (Boraginaceeën) |
| info familie | De familie is duidelijk te herkennen aan de in schichten geplaatste bloemen, d.w.z. in twee rijen, naast elkaar, afwisselend naar rechts- en linksboven gericht. Deze schichten zijn vaak aan de top opgerold en ontrollen zich tijdens het ontluiken. De bladen zijn vaak ruw- , maar ook zachtharig of zelfs onbehaard. Het vruchtbeginsel is duidelijk van buiten in vieren gedeeld met de stijl in het midden. Hieruit ontstaat een splitvrucht die in vier op zaden lijkende dopvruchtjes uiteenvalt. Dit kenmerk zie je ook bij de Lipbloemigen, maar ze onderscheiden zich van deze door de nooit regelmatig kruiswijs staande bladen en door de 5 meeldraden. Veel soorten hebben naar binnen uitstekende plooien in de bloemkroon, de zgn. kroonschubben, die dikwijls de stamper en meeldraden bijna geheel overdekken Ruwbladigen hebben opvallende bloemen en worden druk bezocht door insecten. Aan de dopvruchtjes zitten vaak weerhaakjes. |
| naam | glad_parelzaad (Lithospermum officinale) |
| waar | duinen, bossen, dijken, bouw- en weiland |
| bloei | mei - juli |
| kleur | geelwit of groenachtig wit |
| blad | lagere bladen breder dan 1/2 cm met duidelijke zijnerven. |
| vrucht | harde glanzend witte vrucht, lijkt op een parel |