Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Gewoon reukgras (Anthoxanthum%20odoratum)
Reukgras heeft een naar onderen toe versmalde aarpluim (de stengel is dus niet vertakt). Kenmerkend zijn de bruine kroonkafjes. De aartjes zijn 1-bloemig. Bij kneuzen geurt de plant naar toffee. Het tongetje is vrij lang, van boven met franje. De 2 onderste kelkkafjes zijn toegespitst, het onderste eirond, de bovenste langwerpig, de kelkkafjes hebben alleen op de nerf korte wimpers. De bovenste kelkkafjes zijn behaard en iets langer dan het kroonkafje. De helmknoppen zijn 3-4,5 mm lang en paarsachtig gekleurd.
Kenmerken van het geslacht Reukgras (Anthoxanthum) waartoe Gewoon reukgras behoort.
Sleutel bloeiend gras
Sleutel bloeiend gras
- Tongetje vliezig
- Aarpluimgras
- Aartje met 1 2-slachtige bloem, omgeven door lange, loze, bruine lemma′s
- Geurt bij kneuzen naar toffee
- Tongetje vliezig, aan de bovenrand gaaf
- Geen oortjes aan de bladschede
- blad vlak, niet stijf of stekend, zachtharig
- Jongste blad van een spruit ingerold
- onderste stengelleden niet knolvormig verdikt
- randen van de bladschede vrij, randen overlappend
- zijranden tongetje vrij
- beharing bladvoet opvallend afstaand of langer behaard dan de rest van de bladschijf en bladschede
| familie | Grassenfamilie (Gramineeën of Poaceae) |
| info familie | Grassen zijn éénjarige of overblijvende planten. De overblijvende planten vormen zoden of hebben lange, kruipende wortelstokken. De stengel is meestal hol en rond, op de knopen zitten tussenschotjes. De bladen zijn afwisselend geplaatst en hebben een schede die over een grote lengte de halm omsluit en vaak open is. Op de grens van de bladschede en de bladschijf bevindt zich een vliesje, het tongetje. De bloemen zijn meestal tweeslachtig. Elk bloempje is omgeven door twee schutblaadjes, de kroonkafjes. Meerdere bloempjes bij elkaar vormen een aartje (bloempakje). Aan de voet van dit aartje zitten vaak twee schutblaadjes, deze worden kelkkafjes genoemd. Op de kroon- en kelkkafjes zit vaak een lang uitsteeksel, de kafnaald. Deze kleine aartjes van meerdere bloempjes vormen samen dan weer een aar, een aarpluim of een pluim. Bij een aar (Aargrassen) zijn de kleine aartjes (bloempakjes) ongesteeld of zeer kort gesteeld. Ze zitten daardoor stijf tegen de stengel gedrukt. Bij aarpluimgrassen zitten de kleine aartjes op korte steeltjes. De bloeiwijze lijkt dan op een aar, maar als je de kleine aartjes opzij buigt, zie je dat er een kort steeltjes is. De pluimgrassen hebben zwierige zijtakken die zelf vaak ook weer vertakt zijn. De vrucht, graankorrel, bevat 1 zaad. Grassen zijn windbloeiers, d.w.z. ze laten hun stuifmeel verspreiden door de wind. Uit dit hele verhaal begrijp je waarschijnlijk al dat het determineren van grassen niet eenvoudig is. Kijk o.a naar de volgende punten: - heeft het gras lange wortelstokken of is het zodenvormend? - vormt het gras een aar, een aarpluim of een pluim? - bevinden zich op elke tand 1 of meerdere aartjes ? - zitten er in het aartje meerdere volkomen bloemen, d.w.z. bloemen met stamper en meeldraden, of is er slechts 1 volkomen bloem en zijn de andere bloempjes in het aartje mannelijk? - Is er een kafnaald? Is deze lang of kort? Geknikt? - Zijn er 1 of meerdere kelkkafjes? - Steken de bloemen boven de kelkkafjes uit? - Hoe ziet het tongetje eruit? - Is de bladschede gesloten of geopend? - Hoe ziet het blad eruit? |
| naam | gewoon_reukgras (Anthoxanthum odoratum) |
| waar | weilanden en bossen |
| bloei | april - juni |
| kleur | helmknoppen paarsachtig |
| blad | blad vrij smal, soms vrij breed, vooral aan de voet gewimperd, van boven behaard |
| vrucht | graanvrucht |