Gestreepte witbol

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Gestreepte witbol (Holcus%20lanatus)

De Gestreepte witbol heeft een vrij grote, beetje pastelroze bloempluim. De stengel en bladen zijn zacht behaard. In het aartje zitten 2 bloemen: het onderste tweeslachtige en het bovenste mannelijk. Het kroonkafje van de mannelijke bloem heeft een haakvormige kafnaald die niet buiten de kelkkafjes uitsteekt. Ook de kelkkafjes zijn aan de scherpe rugzijde behaard. De aartjes zitten aan rechte steeltjes.
De Zachte witbol is minder behaard en heeft op de knopen een manchetje van haartjes. De kafnaald van de mannelijke bloem steekt buiten de kelkkafjes uit en is knievormig.
Kenmerken van het geslacht Witbol  (Holcus) waartoe Gestreepte witbol behoort.

Pluimgrassen met een korte, niet of nauwelijks buiten de kelkkafjes uitstekende kafnaaldjes op de kroonkafjes. De kelkkafjes zelf zijn niet genaald. De aartjes bevatten 1 tweeslachtige bloem plus een of twee mannelijke bloemen. De bladen zijn dichtbehaard. De rugzijde van de kelkkafjes is ook dicht behaard. De stelen van de aartjes staan recht.

SPECIFICATIES - gestreepte_witbol
familieGrassenfamilie (Gramineeën of Poaceae)
info familieGrassen zijn éénjarige of overblijvende planten. De overblijvende planten vormen zoden of hebben lange, kruipende wortelstokken.
De stengel is meestal hol en rond, op de knopen zitten tussenschotjes.
De bladen zijn afwisselend geplaatst en hebben een schede die over een grote lengte de halm omsluit en vaak open is. Op de grens van de bladschede en de bladschijf bevindt zich een vliesje, het tongetje. De bloemen zijn meestal tweeslachtig.

Elk bloempje is omgeven door twee schutblaadjes, de kroonkafjes. Meerdere bloempjes bij elkaar vormen een aartje (bloempakje). Aan de voet van dit aartje zitten vaak twee schutblaadjes, deze worden kelkkafjes genoemd. Op de kroon- en kelkkafjes zit vaak een lang uitsteeksel, de kafnaald. Deze kleine aartjes van meerdere bloempjes vormen samen dan weer een aar, een aarpluim of een pluim.

Bij een aar (Aargrassen) zijn de kleine aartjes (bloempakjes) ongesteeld of zeer kort gesteeld. Ze zitten daardoor stijf tegen de stengel gedrukt.
Bij aarpluimgrassen zitten de kleine aartjes op korte steeltjes. De bloeiwijze lijkt dan op een aar, maar als je de kleine aartjes opzij buigt, zie je dat er een kort steeltjes is.
De pluimgrassen hebben zwierige zijtakken die zelf vaak ook weer vertakt zijn.


De vrucht, graankorrel, bevat 1 zaad.

Grassen zijn windbloeiers, d.w.z. ze laten hun stuifmeel verspreiden door de wind.

Uit dit hele verhaal begrijp je waarschijnlijk al dat het determineren van grassen niet eenvoudig is. Kijk o.a naar de volgende punten:
- heeft het gras lange wortelstokken of is het zodenvormend?
- vormt het gras een aar, een aarpluim of een pluim?
- bevinden zich op elke tand 1 of meerdere aartjes ?
- zitten er in het aartje meerdere volkomen bloemen, d.w.z. bloemen met stamper en meeldraden, of is er slechts 1 volkomen bloem en zijn de andere bloempjes in het aartje mannelijk?
- Is er een kafnaald? Is deze lang of kort? Geknikt?
- Zijn er 1 of meerdere kelkkafjes?
- Steken de bloemen boven de kelkkafjes uit?
- Hoe ziet het tongetje eruit?
- Is de bladschede gesloten of geopend?
- Hoe ziet het blad eruit?
naam gestreepte_witbol (Holcus lanatus)
waar vochtige, bemeste graslanden
bloei juni - september
kleur aartjes witachtig met rode of violette weerschijn
blad dicht, zacht behaard - tongetje 2 mm
vrucht graanvrucht