Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Bosrank (Clematis%20vitalba)
Een wilde clematis met witte bloemen.
De bloemen staan in grote pluimen in de bladoksels of aan het eind van de stengels. De vier kruisvormig geplaatste en afstaande bloemdekbladen zijn viltig en aan de top achterover gerold. De stijlen groeien baardachtig. Er zijn veel witte meeldraden en het vruchtbeginsel is bovenstandig.
Het vruchtje is een eenzadige dopvrucht. De vruchtjes hebben lange, geveerde snavels. Ze zijn zilverwit behaard en worden tot 4 cm lang.
Het vruchtje is een eenzadige dopvrucht. De vruchtjes hebben lange, geveerde snavels. Ze zijn zilverwit behaard en worden tot 4 cm lang.
Kenmerken van het geslacht Clematis (Clematis) waartoe Bosrank behoort.
Het geslacht Clematis bestaat overwegend uit lianen. De bloemen hebben 4-8 kelkbladen en geen kroonbladen. Er zijn ongeveer 297 soorten bekend. Van de wilde clematissen komen in Nederland alleen de Clematis vitalba, ook wel Heggenclematis genoemd, en de Clematis viticella voor. De tuinclematissen zijn cultivars.
Het geslacht Clematis bestaat overwegend uit lianen. De bloemen hebben 4-8 kelkbladen en geen kroonbladen. Er zijn ongeveer 297 soorten bekend. Van de wilde clematissen komen in Nederland alleen de Clematis vitalba, ook wel Heggenclematis genoemd, en de Clematis viticella voor. De tuinclematissen zijn cultivars.
| familie | Ranonkelfamilie (Ranunculaceae) |
| info familie | De bladen van deze familie hebben geen steunblaadjes, maar wel een min of meer duidelijke bladschede. De kelk en kroon verschillen niet zo heel veel van elkaar. De kelkblaadjes zijn vaak gekleurd, de kroonblaadje vervormd tot een honingbakje. De meeldraden zijn talrijk en in een spiraal op de bloembodem geplaatst. Ook de stampers zijn talrijk. De vruchten zijn dop- of kokervruchten. Bijna alle leden van deze familie zijn giftig! |
| naam | bosrank (Clematis vitalba) |
| waar | vrij algemeen in Zuid-Limburg |
| bloei | juni - augustus |
| kleur | bloemdekbladen van binnen witachtig, aan weerszijden viltig, ca. 1 cm lang |
| blad | enkel geveerd |
| vrucht | eenzadige dopvrucht of nootje, met lange geveerde vruchtsnavels, zilverwit behaard en tot 4 cm lang |