Muizenoor

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Muizenoor ()

De Muizenoor heeft onvertakte, onbebladerde bloemstelen, die 10 tot 20 cm lang zijn. Op de bladen zitten lange haren. Het omwindsel is grijs, met klierhaartjes. Bij jonge planten is de onderkant van de lintbloemen rood met geel. Muizenoor heeft uitlopers, die naar het einde toe langer en dunner worden en kleinere blaadjes hebben. Bij dikke, kortere uitlopers met grotere bladen is er sprake van Vals Muizenoor.
Kenmerken van het geslacht Havikskruid  (Hiëracium) waartoe Muizenoor behoort.

Bloemen zwavelgeel. De steel is met korte, grijze haren bezet. De bladen hebben opstaande haren. Óf de bloeistengels zijn onbebladerd en onvertakt. Er staan 2-4 zwavelgele bloemen bijeen aan de top van de bloemsteel. Het blad is gaafrandig, lepelvormig en bezet met enkele, lange haren. Óf bloemen heldergeel of roodachtig geel. Bladen onderaan de plant ovaal of hoekig, met lange tanden, soms bruinrood gevlekt. Soms een enkel stengelblad.

Het omwindsel is vast aangesloten.

Sommige havikskruiden hebben bebladerde uitlopers.

SPECIFICATIES - muizenoor
familieComposietenfamilie (Compositae of Asteraceae:)
info familieDe Composietenfamilie is op de Orchideeënfamilie na de grootste plantenfamilie. Meer dan een tiende deel van onze inlandse soorten behoren tot deze groep. Kenmerkend voor deze familie is de samenstelling van de bloem: elke ′bloem′ bestaat uit een aantal kleine bloempjes. Die kleine bloempjes hebben niet ieder een eigen kelk, maar ze worden bijeengehouden door een korfje of omwindsel van blaadjes. Zie voor meer informatie over deze familie Infoteksten/gele composieten elders op deze site.
naam muizenoor (Hiëracium pilosella)
waar zandgrond
bloei mei - november
kleur zwavelgeel
blad bladrozet; blad van boven breder dan van onderen; behaard
vrucht nootje met vruchtpluis