Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Lepelaar (Platalea%20leucorodia)
Lepelaars vinden voedsel door hun snavel zijwaarts door het water heen en weer te bewegen. Op goed geluk hopen ze zo voedsel te vinden. Het voedsel bestaat uit insecten en hun larven, kleine visjes, amfibieën en waterslakken.
Je herkent de vogels vooral aan de lepelvormige, lange snavel. Het verenkleed is geheel wit, op een oranjegele borstvlek na. Ook hebben ze een korte, dikke, afhangende kuif. Jonge vogels hebben zwarte vleugeltoppen.
Kenmerken van het geslacht Ibissen (Threskiornithidae) waartoe Lepelaar behoort.
Tot deze familie behoren de ibissen en de lepelaars. Het zijn vogels met lange, brede vleugels, een enigszins langgerekt lijf, een lange nek en vrij lange poten. De snavel van de ibissen is lang en recht, die van de lepelaars lang en afgeplat. Ibissen en lepelaars vind je meestal in de buurt van brak of traag stromend water. Daar brengen ze de dag door met het zoeken naar voedsel, bestaande uit kleine vis, ongewervelde en kleine gewervelde dieren.
Slapen doen ze in de toppen van bomen. Ze leven in kolonies.