Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Kneu (Linaria%20cannabina)
De mannetjes zijn op de borst en het voorhoofd rood gekleurd - in het najaar verandert deze kleur in roodbruin. Ook hebben de mannetjes een grijs achterhoofd, vrouwtjes en onvolwassen vogels hebben een bruingrijs achterhoofd, een zwak gestreepte borst en kruin en geen rood in het verenkleed.
Kenmerken van het geslacht Vinken (Fringillidae) waartoe Kneu behoort.
Zaadetende vogels met een korte, sterke snavel, een harde schedel en grote kaakspieren. De mannetjes verschiillen meestal van de vrouwtjes in uiterlijk.
De familie wordt onderverdeeld in 2 onderfamilies, de edelvinken (Fringillinae) en de distelvinken (Carduelinae). Tot de edelvinken behoren de vink, keep en blauwe vink.
Zaadetende vogels met een korte, sterke snavel, een harde schedel en grote kaakspieren. De mannetjes verschiillen meestal van de vrouwtjes in uiterlijk.
De familie wordt onderverdeeld in 2 onderfamilies, de edelvinken (Fringillinae) en de distelvinken (Carduelinae). Tot de edelvinken behoren de vink, keep en blauwe vink.
| familie | Zangvogels (Passeriformes) |
| info familie | Tot deze groep behoren meer dan 5000 soorten. Kenmerkend zijn de tenen, waarvan er drie naar voren en één naar achteren wijst. Door de plaatsing van de tenen op deze wijze kunnen de vogels neerstrijken op verticale oppervlakken. Door een speciale pees die van onder de teen naar de tibiotarsus (bot in de poot) loopt. Bij het buigen van de poot wordt deze pees aangetrokken, zodat de voet omkrult en bewegingloos wordt. Zo kunnen de vogels zelfs op dunne takken of bijvoorbeeld telefoondraden slapen zonder om te vallen. Een tweede kenmerk is het met bijzondere spieren uitgerust zangorgaan, waardoor deze vogels over een enorme variëteit aan klanken kan beschikken. |
| naam | kneu (Linaria cannabina) |
| waar | buitengebied, duinen, rietland en ruigte, ruderale terreinen |
| wanneer | hele jaar door, ook wintergast |
| meest opvallende kenmerken | onopvallend kleed, mannetje in het voorjaar met rode borst en rode baret - buiten het broedseizoen in groepen |
| verenkleed | kop kenmerkend, licht boven en onder het oog, donkere wang met lichte vlek in het midden - snavel spits kegelvormig, loodgrijs van kleur |
| snavel, poten, staart | bovendelen bruin met donkere handpennen met witte randen. Keel vuilwit met diffuse donkere vlekken |