Vlokkig veenmosklokje

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Vlokkig veenmosklokje (Galerina%20paludosa)

Het Vlokkig veenmosklokje is een van de mosklokjes die voorkomen in veenmosgebied. (Sphagnum).

Kenmerkend is het witte velum op de hoed en langs de hoedrand bij jonge exemplaren. De steel is bedekt met bleekbruine velumgordels. Soms is er een vezelig ringetje.

De hoed is 10-28 mm groot, conisch tot klokvormig, later breed gewelfd met scherpe of stompe umbo. Bij het ouder worden tot tweederde van het centrum gestreept. Geelbruin tot roodbruin, jong grijsbruin door de witte velumvezels.
Lamellen opstijgend of met een klein aflopend tandje, geelbruin tot roestbruin

Sporen (7.5-)9-12.5x5.7(-8) mu, breed amandelvormig, vaak toegespitst bij de apex, met kleine callus, gemarmerd tot zwak wrattig, met duidelijke plage.
Cheilocystiden flesvormig tot flesvormig-gekopt.

Alleen of in groepjes in moerasachtig gebied, bij veenmos.
Kenmerken van het geslacht Mosklokje  (Galerina) waartoe Vlokkig veenmosklokje behoort.

Mosklokjes hebben een mycena-achtig tot collybia-achtig vruchtlichaam, soms met velumresten. De hoedkleur ligt ergens tussen oker en roodbruin.
De lamellen zijn aangehecht. De lamelsnede is wit gewimperd - te zien met loepje.
De steel is droog, vlokkig of kaal, soms met vliezige ring.
De sporen zijn bruinoranje of roestbruin. De sporen zijn aan de top vaak wat uitgerekt en in meer of mindere mate wrattig.
Cystiden zijn altijd aanwezig - de vorm is een belangrijk determinatiekenmerk. Groeit op mos, aarde of hout.

Sommige soorten zijn extreem giftig.

SPECIFICATIES - vlokkig_veenmosklokje
familieGordijnzwammen (Cortinariaceae)
info familieTot deze familie behoort een groot aantal geslachten. De naam is ontleend aan het grootste geslacht binnen de familie, nl. de Cortinaria (gordijnzwammen)
De sporen zijn bruin.
De leden van deze familie hebben een 'gordijn', een spinnenwebachtig weefsel tussen de hoedrand en de top van de steel dat de rijpende sporen beschermt. Dit gordijn, officieel het velum partiale genoemd, is niet hetzelfde als het velum universale, het weefsel dat de nog zeer jonge paddenstoelen omhult en bij het groeien van de paddenstoel scheurt en dan vaak als een beurs aan de voet of als vlokjes of schubjes op de hoed achterblijft.
Het velum partiale is bij jonge paddestoelen vaak nog mooi te zien. Naarmate de hoed groeit scheurt het gordijn. Er blijven restantjes achter op de steel. Deze kleuren vaak bruin tot oranjebruin door de sporen die er op vallen.

Gordijnzwammen groeien op de grond of parasiteren op wortels. Ze zijn er zowel klein als groot.

Geslachten die tot deze familie behoren
  • Cortinarius - gordijnzwammen
  • Gymnopilus - vlamhoeden
  • Hebeloma - vaalhoeden
  • Galerina - mosklokjes
  • Alnicola - zompzwammen
  • Tubaria - donsvoetjes
  • Crepidotus - oorzwammetjes
naam vlokkig_veenmosklokje (Galerina paludosa)
waar op veenmos
sporeekleur geelbruin
hoed 10-28 mm, conisch tot klokvormig, later breed gewelfd met scherpe tot ronde umbo, mat, fijn viltig-schubbig, later gestreept tot 2/3 van de straal, geelbruin tot roodbruin, jong bedekt met wit velum, vaak met velumrand langs het hoedje
steel 30-120x1-4 mm, cilindrisch, met gordels van bleekbruin velum, soms met vezelig ringetje
plaatjes opstijgend of met een klein aflopend tandje, geelbruin tot roestbruin