Pluishoedhertenzwam

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Pluishoedhertenzwam (Pluteus%20hispidulus)

De Pluishoedhertenzwam is een relatief kleine hertenzwam met een hoedje van 7-23 mm groot. Er zijn twee varianten die alleen microscopisch onderscheiden kunnen worden.
Var. hispidulus heeft smal tot brede knotsvormige cheilocystiden, zonder ′kopje&prime.
Var. cephalocystis heeft smal zakvormige tot smal knotsvormige cheilocystiden met een enigszins tot uitgesproken ′kopje′.
De Pluishoedhertenzwam is een solitaire paddenstoel en komt voor zowel op hout als op de grond in bossen of langs bosranden De hoed van de Pluishoedhertenzwam heeft een lage umbo en een hooguit iets gestreept doorschijnende rand. De kleur is donker bruingrijs tot zwartbruin in het midden en grijsig wit naar de rand toe. Het midden is vezelig en schubbig. Naar de rand toe zijn de vezeltjes meer aanliggend en is de hoedhuid tussen de vezels zichtbaar. De vezeltjes hangen over de rand heen.
De lamellen (L=35-50, I=0,3) staan los van de steel en vrij dicht op elkaar. De lamelsnede is iets wit vlokkig of gelijk gekleurd. Wit of lichtgrijs, later roze.
Steel 17-40 x 1-3 mm, cilindrisch met iets verdikte voet met enkele witte of grijze haren.
Het vlees in de hoed is dun en wit, dat in de steel glanzend wit.
Geen geur. Smaak onbekend. Sporee roze tot kaneelbruin.
Sporen (5.5-)6.0-8.0(8.5)(4.0)5.0-6.0 mu, Q=(1.05)1.1-1.45 (-1.5), Q=(1.15-1.35, breed ellipsvormig tot ellipsvormig
Basidia 20-30(-40)x(6.5-)7.5-9.5(-11) mu, 4-sporig. 1- of 2-sporig komt ook voor.
Pleurocystiden afwezig.
Lamelsnede steriel. Cheilocystiden uitbundig aanwezig, (17-)30-47(-60)x(6-)12-20 mu, smal tot breed knotsvormig, kleurloos en met dunne wand. Geen ′hoofdje′ Vergelijk var. cephalocystis waar de cheilocystiden zakvormig zijn en wel een hoofdje hebben.
De hoedhuid bestaat uit ligggende tot opstijgende hyfen van (6-)9-18(-22) mu breed, met lichtbruin intracellulair pigment. Eindcellen met toelopende, ronde top.
De huid van de steel bestaat uit cilindrische, 5-10 mu brede, kleurloze hyfen met enkelele kleurloze haren.
Kenmerken van het geslacht Hertenzwam  (Pluteus) waartoe Pluishoedhertenzwam behoort.

Hertenzwammen herken je aan de roze sporen, de vrije lamellen die van wit naar roze verkleuren en het ontbreken van een beurs en een ring. De hoed is meestal grijs tot bruin gekleurd.
De sporen zijn glad, meestal breed ellipsvormig, non-amyloid en cyanofiel (blauw kleurend in bijvoorbeeld katoenblauw).

Het geslacht Pluteus is verdeeld in drie ondergeslachten. Bepalend hierbij zijn de structuur van de hoedhuid en de kenmerken van de pleurocystiden.
De hoedhuid (pileipellis) kan een cutis, trichoderm, trichopalisade of hymeniderm zijn.
Cutis - bestaat uit horizontaal evenwijdig lopende hyfen
Trichoderm, trichopalisade- hoedhuid met opstaande, met elkaar verweven hyfen, min of meer loodrecht op het oppervlak staand, maar niet strikt evenwijdig lopend en geen hymeniforme laag vormend. Hierdoor ontstaat een fluwelig tot viltig uiterlijk. In geval het trichoderm gelatineus is, spreekt men ook wel van ixotrichoderm.
Epithelium - de hoedhuid bestaat uit een opeenhoping van ronde of breed elliptische cellen (vaak in ketens). Hymeniderm - de hoedhuid heeft een structuur die op een hymenium lijkt. De elementen, waaruit deze structuur bestaat, ontspringen op hetzelfde niveau.

De pleurocystiden zijn a) dikwandig en smal spoelvormig. Aan de top zitten min of meer duidelijke haakvormige uitsteekseltjes - het ′gewei′ waaraan dit geslacht ook haar naam dankt. b) dunwandige en variabel van vorm. Het gewei ontbreekt, er kunnen uitsteeksels zijn maar deze zijn niet haakvormig.

Kenmerken van de drie subgeslachten:
- Pluteus - hoed radiaal vezelig, vaak glanzend, pleurocystiden dikwandig en met haken, hoedhuid een cutis
- Villosi - hoed opvallend viltig of harig schubbig, hoedhuid eeb cutis, trichoderm of tricopalisade van langwerpige elementen
- Celluloderma - hoed glad of fluwelig, hoedhuid een hyemniderm van halfronde tot ballonvormige elementen, soms met langwerpige elementen

Verdere kenmerken van het ondergeslacht Pluteus
Pleurocystida talrijk en met duidelijke haken aan de top, in elk geval aan de top dikwandig. De cheilocystiden staan op een laag hyphen die parallel loopt met de rand van de lamel. Gespen al dan niet aanwezig.

Verdere kenmerken van het ondergeslacht Villosi
Pleurocystidia aanwezig maar zonder haken aan de top en dunwandig of ook afwezig. Cheilocystidia op het vlees van de lamel. Cutis bestaande uit bundels hyphen van 2-6 elementen, het uiteinde gebogen. Meestal geen gespen.

SPECIFICATIES - pluishoedhertenzwam
familiePluteaceae (Pluteaceae)
info familieOmvat o.a Hertenzwammen en Beurszwammen
naam pluishoedhertenzwam (Pluteus hispidulus)
waar op hout in bossen, of aan de bosrand
sporeekleur roze
hoed 7-23 mm, iets gestreept aan de rand, donker bruin-grijs tot zwartbruin in het midden, grijswit aan de rand, Midden vezelig, naar de rand toe meer aanliggend vezelig met de onderliggende hoed zichtbaar, vezeltjes hangen iets over de rand
steel 17-40 x 1-3 mm, cilindrisch naar de voet toe iets verdikt, zilverig wit, vezelig, aan de voet enkele witte of grijze haren
plaatjes vrij van de steel, vrij dicht op elkaar, jong wit of grijswit, later roze