Oranjegeel trechtertje

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Oranjegeel trechtertje (Rickenella%20fibula)

Het Oranjegeel trechtertje herken je in eerste instantie aan de standplaats tussen het mos.
Een tweede kenmerk is de fijne beharing op het hoedje en op de steel. Met een loep kun je deze zien.
De witte tot oranje lamellen lopen af op de steel en staan tamelijk ver uiteen. Soms zijn ze gevorkt. Ook de lamelsnede is fijn donzig.
De steel is relatief lang, cilindrisch, hol, droog, mat tot glanzend, bleek geel tot doorschijnend wit, de basis vaak wittig harig,
De hoed is vlak tot gewelfd trechtervormig, glad, radiair gestreept. De rand is vaak wat gekarteld of golvend.
De kleur van zowel de hoed als de steel is fel oranje, bij opdrogen bleekgeel.

Sporen lang ellipsvormig tot cilindrisch, glad, (4-)5.5-7(7.5)x 2-3(-4) mu.
Cheilo- en pleurocystiden 30-60x(4-)6-9(13) mu, spindel- tot smal flesvormig, vaak met iets verdikt kopje, dunwandig, hyalien
Caulocystiden van gelijke vorm, maar vaak iets dikwandig.
Pileocystiden 40-80x10-15 mu, ook gelijk aan cheilocystiden.
Kenmerken van het geslacht Trechtertje  (Rickenella) waartoe Oranjegeel trechtertje behoort.

Kleine, dunvlezige hoed, zwak tot duidelijk genaveld. Droog doorschijnend gestreept. Lamellen ver aflopend en een tamelijk lange steel

SPECIFICATIES - oranjegeel_trechtertje
familieTricholomataceae (Tricholomataceae)
info familieDeze familie kent 127 geslachten
naam oranjegeel_trechtertje (Rickenella fibula)
waar tussen mos in voedselrijke graslanden en bossen
sporeekleur wit
hoed fel oranje, doorschijnend gestreept, fijn behaard, halfbol, later gewelfd met een afgeplat of gedeukt centrum, rand vaak golvend gekarteld
steel 3 tot 4x zo lang als de hoed diam., geen velum, oppervlak droog, fijn behaard
plaatjes lamellen boogvormig op de steel aflopend, wittig of bleek geel