Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Mestkaalkopje (Deconica%20coprophila)
Kenmerkend is vooral dat deze paddestoelen op mest voorkomen, maar helaas zijn er meerdere, sterk gelijkende kandidaten. Let op of de steel niet blauw verkleurd is (Psilocybe fimetaria). Psilocybe liniformans heeft een gelatineuze lamelsnede.
De geelbruine tot roodbruine hoed is halfrond tot gewelfd, 2-25 mm groot, kleverig, hygrofaan en tot ongeveer halverwege gestreept.
De steel is cilindrisch en vaak verbreed aan de voet, 6-40x0.5-2 mm groot en wit tot bleek geelbruin.
Sporen:10-14 x 6-9 x 5.5-8.5 mu, hexagonaal in vooraanzicht, dikwandig, met een duidelijke kiempore.
Cheilocystiden min of meer flesvormig.
De geelbruine tot roodbruine hoed is halfrond tot gewelfd, 2-25 mm groot, kleverig, hygrofaan en tot ongeveer halverwege gestreept.
De steel is cilindrisch en vaak verbreed aan de voet, 6-40x0.5-2 mm groot en wit tot bleek geelbruin.
Sporen:10-14 x 6-9 x 5.5-8.5 mu, hexagonaal in vooraanzicht, dikwandig, met een duidelijke kiempore.
Cheilocystiden min of meer flesvormig.
Kenmerken van het geslacht Kaalkopjes (Deconica) (Deconica) waartoe Mestkaalkopje behoort.
Dit geslacht bestaat uit de secties Deconica en Coprophila die vroeger werden ingedeeld bij het geslacht Psilocybe. In tegenstelling tot de huidige Psilocybe-soorten bevatten de paddestoelen uit dit nieuwe geslacht geen hallucinogene stoffen en verkleuren derhalve ook niet blauw bij kneuzing. Algemeen in zandverstuivingen is het Zandkaalkopje (D. montana). Op mest komt o.a. het Mestkaalkopje voor (D. coprophila). Op grasresten o.a. het Halmkaalkopje (D. inquilina). En dan zijn er nog een aantal, minder algemene soorten. Alle Deconica′s zijn microscoop-paddestoelen.
De kaalkopjes hebben meestal een doorschijnend gestreepte hoed. De sporenprint is donkerbruin tot zwartbruin en doet dan sterk denken aan Psathyrella′s. Let op of er een purperen tint aanwezig is in de sporenprint. Zonder purperen tint voert de sleutel naar de franjehoedjes.
Dit geslacht bestaat uit de secties Deconica en Coprophila die vroeger werden ingedeeld bij het geslacht Psilocybe. In tegenstelling tot de huidige Psilocybe-soorten bevatten de paddestoelen uit dit nieuwe geslacht geen hallucinogene stoffen en verkleuren derhalve ook niet blauw bij kneuzing. Algemeen in zandverstuivingen is het Zandkaalkopje (D. montana). Op mest komt o.a. het Mestkaalkopje voor (D. coprophila). Op grasresten o.a. het Halmkaalkopje (D. inquilina). En dan zijn er nog een aantal, minder algemene soorten. Alle Deconica′s zijn microscoop-paddestoelen.
De kaalkopjes hebben meestal een doorschijnend gestreepte hoed. De sporenprint is donkerbruin tot zwartbruin en doet dan sterk denken aan Psathyrella′s. Let op of er een purperen tint aanwezig is in de sporenprint. Zonder purperen tint voert de sleutel naar de franjehoedjes.
| familie | Stropharia′s (Strophariaceae) |
| info familie | Tot de Stropharia-familie behoren o.a.: - zwavelkoppen, kaalkopjes en stropharia′s (Psilocybe - Deconica) - bundelzwammen (Pholiota) |
| naam | mestkaalkopje (Deconica coprophila) |
| waar | op mest van herbivoren |
| sporeekleur | bruin |
| hoed | 2-25 mm, halfrond, kleverig, hygrofaan, onderste helft gestreept |
| steel | 6-40x 0.5-22 mm, cylindrisch, vaak met verbrede voet, wit tot bleekgeel |
| plaatjes | breed aangehecht, verkleurend naar donker paarsbruin |