Kogelhoutskoolzwam

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Kogelhoutskoolzwam (Daldinia%20concentrica)

De Kogelhoutskoolzwam is kogel- tot kussenvormig, ongeveer 2-6 x 1-3 cm groot. De kleur is roodbruin, bij het rijpen verkleurt de zwam naar zwart, ook wordt de binnenkant hard. Bij doorsnijden zie je concentrische, afwisselend zilverkleurige en zwarte cirkels.

De sporen ontwikkelen zich vlak onder het oppervlak. Ze zijn elliptisch tot spoelvormig en 17x6-9 mu groot. De sporenprint is zwart.

Afhankelijk van de boomsoort waarop de Kogelhoutskoolzwam groeit onderscheidt men:

Berkenhoutskoolzwam (D. decipiens) op berk of beuk
Sokkelhoutskoolzwam (D. loculata) op berk
Elzenhoutskoolzwam (D. petriniae) op els
Glanzende houtskoolzwam (d. vernicosa) op brem, berk of eik

De Elzenhoutskoolzwam is een algemene zwam, de overige 3 komen zelden voor in Nederland.
Kenmerken van het geslacht Daldinia  (Daldinia) waartoe Kogelhoutskoolzwam behoort.

Het geslacht Daldinia behoort tot de orde Xylariales die weer behoort tot de klasse van de Sordariomycetes.
De orde kent dan weer de familie Xylariaceae en de familie weer het geslacht Daldinia.

Kenmerkend voor de orde Xylariales is het duidelijk ontwikkelde stroma (een soort steunweefsel voor het vruchtlichaam). De perithecia (gesloten, bol- of flesvormige vruchtlichamen) hebben een donker omhulsel. De asci zijn blijvend en hebben een amyloïde ring.

SPECIFICATIES - kogelhoutskoolzwam
familieXylariaceae (Xylariaceae)
info familieSoortenrijke groep van kernzwammen met peritheciën, die alleen staan of ingebed zijn in een stroma en meestal op hout en een enkele keer op mest voorkomen. Gekenmerkt door het zwarte vruchtlichaam en de witte binnenkant, knotsvormig. Ascosporen donkerbruin met een langwerpige kiemspleet. Perithecium: een bol- of peervormig orgaantje met aan de top een opening bij sommige zakjeszwammen; deze zitten vaak verzonken in de wand van het vruchtlichaam, op het oppervlak zie je dan de fijne uitmondingen.
naam kogelhoutskoolzwam (Daldinia concentrica)
waar op dode takken en stammen van loofbomen, in loofbossen en parken
sporeekleur bruin, later zwart
hoed vruchtlichaam rimpelig kogl- tot kussenvormig, buitenzijde glad, met onduidelijke papillen, roodbruin tot zwart
steel -
plaatjes sporenprint zwart