Het Hazenpootje is een klein inktzwammetje met aanvankelijk een gewelfd tot smal ellipsvormig, wit-grijs hoedje dat rijkelijk bedekt is met harig-vezelig wit tot grijs velum. Later spreidt het hoedje uit.
Het oppervlak ziet er dan teer uit - doorschijnend grijzig met radiaire smalle strepen en velumsrestjes. Het centrum is vaak wat bruinig. Tenslotte krult de hoed aan de rand naar boven toe om, de lamellen kleuren zwart en vervloeien, de sporen worden weggedragen door de wind.
De steel is cilindrisch of naar beneden toe verbreed, 65-130x 2-5 mm groot, wit en bedekt met harig velum.
Het Hazenpootje groeit solitair of in bundeltjes op houtsnippers, composthopen e.d.
Sporen ellipsvormig tot amandelvormig, met centrale kiempore, 10-14x6-8.5 mu.
Het velum bestaat uit een ketting van opgezwollen, langwerpige elementen.
Kenmerken van het geslacht Inktzwammen (Coprinopsis) waartoe Hazenpootje behoort.
Inktzwamachtige paddestoelen
De inktzwamachtigen zijn volgens de laatste inzichten op grond van DNA-onderzoek ingedeeld in 4 geslachten, Coprinus, Coprinopsis, Parasola en Coprinellus.
Van deze vier wordt Coprinus gerekend tot de familie Agaricaceae, de overige drie tot de familie Psathyrellaceae.
Het geslacht Coprinus
bevat slechts enkele soorten, de bekendste hiervan is Coprinus comatus (Geschubde inktzwam). Kenmerken van dit geslacht
- ring rond de steel
- jonge lamellen rozig
- koordachtige bundel vezels in de holle steel
Het geslacht Parasola
bestaat uit kleine, paraplu-achtige soorten
zonder universeel velum, derhalve met hoeden zonder schubjes, vlokjes, korreltjes enz.
De bekendste soort uit dit geslacht is Parasola plicatilis (Gewoon plooirokje).
Coprinopsis en Coprinellus
zijn zonder microscoop moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Coprinopsis heeft vaak een duidelijker aanwezig velum, maar dat is geen wet van Meden en Perzen.
Soorten met een ozonium (oranje matje van vezels rond de steel) of soorten met mica-achtige korrels op het hoedoppervlak of soorten die slechts deels vervloeien behoren altijd tot Coprinellus.
Daarna moet de microscoop er toch aan te pas komen. Je kijkt dan naar type hoedhuid en eigenschappen van het velum. Ook de vorm van de sporen speelt een belangrijke rol bij determinatie.
Bekende Coprinopsis soorten zijn Coprinopsis ammophilae (Helminktzwam) en Coprinopsis atramentaria (Grote kale inktzwam) en verder nog een hele waslijst.
De bekendste Coprinellus soorten zijn waarschijnlijk wel de Coprinellus micaceus (Gewone glimmerinktzwam) en de Coprinellus disseminatus (Zwerminktzwam) en verder ook hier nog een hele waslijst aan soorten. Op de
Verspreidingsatlas kun je de waslijsten bekijken.