Groene knolamaniet

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Groene knolamaniet (Amanita%20phalloides)

GIFTIG!
De Groene knolamaniet is een van de giftigste paddenstoelen van ons land. Zoals alle amanieten heeft de Groene knolamaniet een beursje aan de voet, vrije lamellen en een ring. Kenmerkend is de groenige kleur van de hoed, deze is bedekt met radiaire vezeltjes en heeft geen gegroefde rand. Vergelijk de Gele knolamaniet met velumplakjes op de hoed.

De ring is hangend. De geur is honingachtig.

Er zijn ook wittige varianten. Deze zijn moeilijk van andere, witte amanieten te onderscheiden.
Kenmerken van het geslacht Amanieten  (Amanita) waartoe Groene knolamaniet behoort.

Behalve het velum universale dat in vlokken of schubben op de hoed achterblijft en vaak ook als beurs aan de voet, is er dikwijls ook een velum partiale, in de vorm van een ring om de steel.
De witte plaatjes staan vrij van de steel.
Sporeekleur is wit (soms bleekgroen).
Er komen in Nederland 22 soorten voor, waarvan de Vliegenzwam wel de meest aansprekende is.
Een subgenus vormen de Amanitaopsis. Kenmerken van dit subgeslacht zijn: een duidelijk gevoorde hoedrand, geen ring rond de steel, een beurs aan de steelbasis en een slanke knol. Ze staan meestal diep in de grond.

SPECIFICATIES - groene_knolamaniet
familieAmanieten en Kleefparasols (Amanitaceae)
info familieDe familie van de Amanitaceae kent twee geslachten:
- de kleefparasols (Limacella) en de
- amanieten (Amanita).

De Kleefparasols hebben slijmerig-kleverige hoeden en vrijstaande plaatjes met een ring of ringzone. Sporeekleur wit.
De Amanieten hebben een beurs (velum universale) en een ring (velum partiale ).

De meeste leden van de Amananieten-familie zijn uiterst giftig.

Het velum universale is een vlies dat geheel om het nog zeer jonge vruchtlichaam heen zit en in de vorm van schubben of vlokken op de hoed en/of in de vorm van een volva of beurs om de steelvoet achterblijft.

Het velum partiale is een vlies dat slechts het sporendragend gedeelte van de jonge paddestoel beschermt, het zit tussen de hoedrand en de top van de steel. Bij het groeien van de hoed scheurt het vlies en blijft als een ring achter op de steel. Bij bijvoorbeeld de gordijnzwammen hangen de restanten vaak nog aan de hoedrand.
naam groene_knolamaniet (Amanita phalloides)
waar in loofbossen, tuinen, parken, vooral onder eiken, vrij algemeen, vooral in de duinen
sporeekleur wit
hoed 4-12 (15) cm breed, licht tot donker olijf- tot geelgroen, ingegroeid radiair-vezelig, meestal kaal, zelden met witte velumresten
steel wit tot groenachtig, vaak met gordels van witte schubjes. Ring hangend en van boven gevoord, steelbasis knolvormig met beurs van witte, vliezige velumresten
plaatjes wit