Giftige vezelkop

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Giftige vezelkop (Inocybe%20erubescens)

Het belangrijkste dat te melden valt over de Inocybe erubescens (Giftige vezelkop) is dat deze paddestoel dodelijk giftig is.

De Giftige vezelkop valt op door de mooie oranjerode verkleuring van het witte vruchtlichaam bij kneuzing en ouderdom. De hoed is bedekt met in lengterichting lopende vezels.

De Giftige vezelkop is een vrij forse vezelkop met een hoed die tot 10 cm groot kan worden. De vorm van de hoed is stomp conisch of klokvormig, later laag gewelfd met een umbo.
De lamellen zijn bleekbruin, later grijsbruin en soms zitten er rode vlekken op. Ze staan dicht opeen.
De steel is 40-70x8-15 mm groot, recht of knotsvormig. De top is harig-berijpt tot fijn vlokkig, de steel is verder naar beneden toe in lengterichting vezelig. De kleur is gelijk aan de kleur van de hoed. Bij doorsnijden verkleurt het vlees in het onderste deel van de steel niet direct rood. Eenmaal doorgesneden of aangevreten door bv. slakken treedt een langzame, rode verkleuring op.

De Giftige vezelkop ruikt sterk, een wat onbestemde geur die wel bestempeld wordt als geparfumeerde zeep.

Sporen (FN) 10-14x5.5-7.5 mm, ellipsvormig tot wat niervormig, glad. Cheilocystiden 40-60x8-15 mu, cilindrisch tot smal knotsvormig. Andere auteurs geven als maat voor de cheilocystiden (37-)40-62(-70) x 8-14(-16) mu. Cilindrisch tot smal knotsvormig, vaak wat gebogen, dunwandig, met kleurloze of roodbruine inhoud. Lamelvlees met spiegelende hyfen.

De Giftige vezelkop komt voor op kalkrijke bodem onder beuk, eik, linde en den.
De Giftige vezelkop verschijnt in juni-juli.

De wat gelijkende Wijnrode vezelkop heeft een roodbruin vruchtlichaam met een wat wijnrode tint. Bij kneuzing en ouderdom nog meer rood verkleurend. De hoed is ruw vezelig en breekt soms in schubjes. De lamellen zijn bleek geelbruin, later roodbruin, de lamelsnede is gewimperd en wit. De steel is aanvankelijk wit, maar verkleurt vlekkerig wijn- of donkerrood. Bij doorsnijden verkleurt het witte vlees in het onderste deel van de steel direct rood.
Ruikt naar bieten en heeft een voorkeur voor de eik.
Kenmerken van het geslacht Vezelkoppen  (Inocybe ) waartoe Giftige vezelkop behoort.

Tot de nieuwe familie Inocybaceae (Vezelkoppen) behoren o.a. de geslachten Mallocybe, Inosperma, Pseudosperma, Inocybe.

Mallocybe
  • Cheilocystiden dunwandig, zonder kristallen en zonder amorfe kap, vaak gesepteerd, eindcel vaak dik
  • Cystiden ontstaan direct uit de hyfen van het lamellenvlees
  • Geen pleurocystiden
  • Basidia met meer of minder bruin pigment
  • Lamellen breed aangehecht of iets aflopend, jong geel, oker, olijf, geelbruin of olijfbruin
  • Steel relatief kort, vaak korter dan hoedbreedte
  • Hoedoppervlak glad, viltig, wollig, fijn schubbig, niet gebarsten, bruin verkleurend met KOH of ammonniak
  • Geur nooit spermatisch
  • Sporen glad, met afgeronde apex, ook eivormig, boonvormig of langwerpig ellipsvormig
Tot dit geslacht behoren I. arthrocystis (Bedrieglijke viltkop), I. dulcamara (Gewone viltkop), I. fuscomarginata (Bruinsnedeviltkop), I. heimii (Duinviltkop), I. leucoblema (Bleekhoedviltkop), I. squarrosa (Dwergviltkop) en I. terrigena (Schubbige viltkop).

Inosperma
  • Basidia hyalien of met meer of minder geelbruin pigment
  • Cheilocystiden dunwandig, zonder kristallen en amorfe kap, deels cyanofiel, deels met secundaire septen
  • Cystiden ontstaan uit cellen van het subhymenium
  • Geen pleurocystiden
  • Sporen glad, met kleine apiculus, vaak met afgeronde apex, meestal ei- of boonvormig
  • Steel vaak langer dan de hoedbreedte
  • Hoed viltig, ingegroeid vezelig, wollig, schubbig
  • Geur niet spermatisch
Tot dit geslacht behoren I. adaequatum, I. bongardii, I. calamistratum, I. cervicolor, I. cookei, I.erubescens, I.fulvum, I.maculatum, I.pisciodorum, I. quietiodor.

Pseudosperma
  • Basidia incidenteel met geelbruin pigment
  • Cheilocystiden dunwandig, zonder kristallen en amorfe kap, deels cyanofiel, deels met secundaire septen
  • Cystiden ontstaan uit cellen van het subhymenium
  • Geen pleurocystiden
  • Sporen glad, met kleine apiculus, vaak met afgeronde apex, meestal ei- of boonvormig of langwerpig ellipsvormig
  • Steel vaak langer dan de hoedbreedte
  • Hoed radiaal vezelig, grof vezelig, gebarsten, radiaal barstig of slechts aan de rand en in het midden schubbig
  • Geur deels spermatisch
Tot dit geslacht behoren o.a. I. arenicola (Duinspleetvezelkop), I. obsoletum (Bleke spleetvezelkop), I. perlatum (Grijsbruine spleetvezelkop), I. rimosum (Geelbruine spleetvezelkop), I. squamata (Populiervezelkop), I. umbrinella (Sombere spleetvezelkop).

Inocybe - de groep kent gladsporige en knobbelsporige soorten.

Knobbelsporige en gladsporige vezelkoppen
  • Sporen zijn hoekig, stervormig of echt knobbelig of glad.
  • Basidia zonder bruin pigment.
  • Cystiden zijn meestal dikwandig en hebben een amorfe top met of zonder kristallen. Er tussen staan vaak paracystiden, cellen zonder kristallen en amorfe kap.
  • Er zijn meestal ook pleurocystiden.
  • Steel is niet opvallend kort.
  • De geur deels spermatisch.
Tot de gladsporige behoren o.a. I. lacera (Zandpadvezelkop) en I. vulpinella (Kleine duinvezelkop), I. geophylla (Witte satijnvezelkop), I. serotina (Grote duinvezelkop), I. splendens (Aarddrager)
Tot de knobbelsporige behoort o.a. I. dunensis (Geelbruine duinvezelkop)

Zie www.inocybe.org voor een beschrijving van de soorten.
In Coolia 49/1 vind je een sleutel voor de knobbelsporige vezelkoppen.

SPECIFICATIES - giftige_vezelkop
familieVezelkoppen (Inocybaceae)
info familieDe Inocybaceae (Vezelkoppen) werden tot voor kort ingedeeld bij de Cortinariaceae (Gordijnzwammen). Inmiddels zijn ze bevorderd tot een eigen familie.
De familie wordt tegenwoordig opgedeeld in 7 clades.

Inocybe, Inosperma, Mallocybe, Pseudosperma, Tubariomyes, Auritella en Nothocybe. De laatste 3 komen niet in West-Europa voor.

Vezelkoppen herken je aan het min of meer vezelige, soms gebarsten of schubbige, droge hoedje, de bruine sporen en vaak ook aan de geur. De geur kan spermatisch, fruitig, zoet, aromatisch, geraniumachtig zijn, maar er komen ook reukloze soorten voor. Vaalhoedjes (Hebeloma) lijken wel op de vezelkoppen, maar ze hebben een gladde hoed, ruiken vaak radijsachtig en de sporenmassa is valer bruin van kleur. De eveneens wat gelijkende Gordijnzwammen (Cortinarius) onderscheiden zich vooral door de warmere kleur van de sporenmassa.
Vezelkoppen groeien op de grond.
Onderzoek naar de Inocybaceae is nog in volle gang, er lijkt nog veel onduidelijkheid te zijn over de soort.
naam giftige_vezelkop (Inocybe erubescens)
waar kalkrijke bodem bij beuk, eik en linde
sporeekleur bruin
hoed wit, 40-100 mm, vezelig, stomp conisch of klokvormig, later gewelfd met lage umbo
steel 40-7-x8-15 mm, recht of knotsvormig
plaatjes bleek bruinig, later grijsbruin, vaak met rode vlekken