Gewone haarmuts

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Gewone haarmuts (Orthotrichum%20affine)

De peristoomtanden zijn gepaard en staan bij rijpheid af, later teruggeslagen tegen de kapselwand. Huikje zwak tot sterk behaard.
Kenmerken van het geslacht Haarmuts  (Orthotrichum) waartoe Gewone haarmuts behoort.

Haarmutsen lijken op kleine, ronde bladerboeketjes met de kapsels als bloemen verscholen tussen het blad of er net boven uitstekend.
Je vindt de groene polletjes vooral op boomstammen, maar sommige soorten groeien ook op steen.
Bij droogte staan de stengels rechtop, bij vocht spreiden ze zich uit.
Het blad is eirond, langwerpig tot lijn-lancetvormig, niet ruw. De randen zijn gaaf of getand bij de top. De top is scherp tot stomp. Alleen de Grijze haarmuts heeft een glashaar. De basale cellen van het blad zijn langwerpig, de overige rondachtig.
De kapsels steken net boven het blad uit of zitten tussen de bladeren verscholen.
Het huikje (mutsje) is mijtervormig, conisch-langwerpig tot kort conisch, niet gespleten aan de basis, glad of papilleus, wat harig of kaal, geplooid, bedekt het gehele kapsel. De peristoom heeft een dubbele rij tanden.

SPECIFICATIES - gewone_haarmuts
familieHaarmutsfamilie (Orthotrichaceae)
info familieDe belangrijkste geslachten binnen deze familie zijn Orthotrichum (Haarmutsen), Ulota (Kroesmossen) en Zygodon (Iepenmos).
naam gewone_haarmuts (Orthotrichum affine)
waar op loofbomen met basenrijke schors - in broekbossen, grienden, vochtige loofbossen, laanbomen in stad en dorp etc.
rijpe kapsels n.a
specifiek -
blad lancetvormig
sporenkapsel sporenkapsel steekt niet boven stengeltoppen uit, ei- tot cilindervormig, met 8 lange en daartussen 8 korte ribben